Naam: PSG1 of te wel de Indische wandelende tak, is een veel gehouden wandelende tak. De latijnse naam is: Carausius morosus.
Uiterlijk: Deze wandelende takken soort hebben een groen/bruin achtig langwerpig lijf met 6 poten en een paar lange voelsprieten. Bij de mond hebben zij nog een paar hulp sprieten. De poten zijn dun met aande schouder, midden en aan het uiteindende een scharnierende functies. In de oksels zijn soms stekeltjes te zien. Lijken een beetje op de de jonge wortelachtige scheuten die uit de takken komen, waar de klimop zich aan de muur hecht. Aan het uiteinde van het pootje zitten weerhaakjes. Hiermee kan zelfs tegen glas worden gelopen. Op de huid voelt dit kriebelend al dan wel trekkend aan. Dit is zeker niet pijnlijk. Andere soorten met stekels zijn een ander verhaal.
Voedsel: Het voedsel wat deze soort gebruikt is voornamelijk Klimop, Liguster (haag), Braam/Framboos maar in de praktijk blijkbaar ook Rozenstruik.
Het advies is om te experimenteren met verschillende soorten. Heb je een tuin met klimop, dan heb je al snel het excuus om wandelende takken te houden ivm het snoeien.
Mijn ervaring is dat niet alle klimop soorten even lekker gevonden worden en voornamelijk een grootbladerig soort of jonge takken lekker wordt gevonden. Een soort met kleinere blaadjes wordt niet goed gegeten. Af en toe wat ander blad van een haag (liguster) of braam/framboos wordt graag gegeten. Deze leg ik los op de bodem. Voer GEEN planten die rechtstreeks uit een plantenzaak tuincentrum komen. Waarom niet?
Bij het lezen op het internet en navraag bij de tuincentra, blijken de planten vaak met gif te zijn besproeid. Vraag anders aan een buuman of vuurvrouw die al langere tijd klimop, braam/framboos, liguster in de tuin heeft om takken met bladeren. Hier is het gif al afgespoeld, of ze moeten zelf actief sproeien. Heb je zelf planten gezet, wacht dan met het gebruik tot dat je zeker weer dat er een flink nieuw deel is gegroeid en gebruik dan. Drinken doet de wandelende tak van 'dauwdruppels' en het vocht uit de bladeren.
Met een plantenspuit kan met de bak benevelen. Hier verder bij Wat heb je nodig meer over.
Leefomgeving: Een hoge terrarium of omgebouwd aquarium volstaat. De PSG01 gan max 10cm worden. Omdat het klimmers zijn wil je dus een tak en bladachtige omgeving hebben met voldoende vochtigheid hebben. Takken houden af en toe van rust en willen lekker verstopt zitten. In een terrarium kun je humus (verkorrelt natuurlijk materiaal), Schelpenzand of keukenpapier als ondergrond gebruiken. Ik gebruik zelf schelpenzand. Iedereen die ik tot nu toe heb gesproken, die met tuinaarde uit de bouwmarkt of Plantenzaak aan de slag zijn gegaan hadden binnen een korte tijd dode takken. Hierin zit vaak toch iets van een verdelgingsmiddel. Ik zelf gebruik zand. Voordeel van schelpen zand is dat je een keukenzeef kan gebruiken om uiteindelijk de uitwerpselen en eitjes en dode blaadjes er uit te zeven. Over de eitjes meer bij het onderwerp: voortplanten. Verschonen kun je het best om de twee weken doen, of je moet hele vervuilende takken hebben. (of er veel te veel bij elkaar) Tip! houd na het verschonen het zand even apart en na het zeven. Pak een emmer voor het schone zand. Leg een deel van het gezeefde zand op een bord en stop dit voor een paar minuten in de magnetron op de hoogste stand. Alle schadelijke organismen zijn dan zeker dood. Mijn ervaring is dat je zo langer met je zand kan doen. Wel aan te raden is om de maand met een fijnere zeef aan de slag te gaan, bv een fijnere meel zeef. De gaat later als je ook gaat kweken, ook de poep van de kleinere takken er gedeeltelijk uithalen.
PSG01 doet het goed tussen de 17 al dan wel 25 graden. Mijn eigen ervaring 's avonds te sproeien, omdat het nachtdieren zijn. Ik heb ze velen malen actief zien worden om het water van de bladeren te zien drinken. Luchtvochtigheid is ondanks dat sommige sites maar één op één kopieren dat PSG01 niet zo nauw kijkt, toch wel degelijk van belang. Vooral als de verwarmingen weer aan gaan, is de luchtvochtigheid al snel verdwenen en vinden ze het prettig als er wat vaker gespoeid wordt. Een luchtvochtigheidsmeter (hygrometer) en een thermometer (b.v. in één) is behulpzaam middel. Mijn eigen ervaring is een luchtvochtigheid boven de 70% bij +/- tussen de 17,5 en 21,5 graden celsius. Dit in een boven geventileerde bak. Dat houd wel in, dat er meerdere keren per week soms iedere dag gesproeid moet worden. Toen ik het maar een paar keer per week deed, (zoals dit op één op één gecopieerd staat op veel sites) ging dit meteen ten koste van een wandelende tak, die achteraf zichtbaar te weinig vocht had gekregen. Na deze leerweg, doen de rest het beter. Ook temperatuur is uiteindelijk wel belangrijk. Ik had in een bakje met baby takjes even op zolder gezet in het washok. Lekker warm bij de ketel. Met de vrieskou in het weekeinde van 1 december 2017, had ik de zolder ook een raam open staan op een kamer. Ik wilde het bakje meenemen naar beneden om over te plaatsen, maar heb het bakje daar even neergezet en ben het vergeten. Na een half uur waren er zeker vier dood. Stonden wel in de rechtstreekse tocht. Volgens de thermometer was het 9 graden. Blijkbaar zijn de jonge nimfjes daar erg gevoelig voor. Dus bij mij blijven de nimfjes gewoon altijd in de woonkamer waar het max met strenge vorst 15,5 graden celsius wordt. (centrale verwarming uit)
Voortplanten: De PSG01 plant zich ongeslachtig voort. Mannetjes zijn zeldzaam (1 op de 1000 komt er uit een ei in gevangenschap) Uit de eitjes komen dus vrijwel alleen vrouwtjes. Bij de PSG01 komen de eitjes vrijwel allemaal uit. Onthoud dit. Want met een aantal volwassen vrouwtjes kunnen er heel wat eitjes worden gelegd. Denk aan 2 á 4
per dag. Dat is wat ik ongeveer heb geteld. Een paar maanden ervoor waren het er zelfs 4 tot 6. Dit kan dus verschillen. De broedtijd van deze eitjes is voor deze soort tussen de 2 á 3 maanden. Mijn ervaring dat dit redelijk klopt. Deze eitjes zijn heel klein en rond, ovaal achtig. Iets kleiner dan een speldenknop. De eitjes zijn bruin met een klein zwart dopje erop. Het lijken onder de loupe wel kleine bruine besjes. Dit dopje, klapt uit eindelijk open en hieruit kruipt een klein 'nimfje'. Ondanks dat ik deze term al vaker heb gebruikt is dit dus de naam voor een onvolwassen insect die nog een aantal keer zal vervellen. Het nimfje zal niet groter zijn dan 1,5cm. Nogmaals! De eitjes van de PSG01 komen vrijwel altijd uit. Wil je wandelende takken kweken, dan kun je voor meer info kijken op de kweek pagina. Wil je niet al te veel wandelende takken, dan heb je verschillende keuzes in het ontdoen van de eitjes. De meeste sites die je kunt vinden al dan wel handleidingen, geven aan dat je de eitjes een paar uur in de vriezer moet stoppen. B.v. in een bakje of zakje. Dit zou de meest humane manier zijn. Als ik al zie dat er al vier nimjes dood waren onder de 9 graden, dan moeten de eitjes zeker onschadelijk zijn gemaakt. Deze methode is ook op veel hagedissenfora te vinden bij b.v. misvorming vanuit het ei. Ook bij misvormde wandelende takken na b.v. een mislukte vervelling, wordt deze methode aangeraden. Iemand anders die ik sprak gaf aan dat gloeiend heet water er over heen net zo effectief was........ Anders de magnetron, kapot knijpen, etc. Vanaf dit punt blijf ik er buiten en laat mensen zelf beslissen. Zakje in de vriezer is een kleine moeite. Weggeven aan beginnende wandelende tak houder kan ook.
Groeien:Het nimfje is nog heel klein en vaak bruin/groenig. Ze lijken al meteen op de ouderlijke wandelijke tak met het verschil, dat het achterlijf nog vaak wordt gekrult bij b.v. eerste dreiging. Beetje als een schorpioen. Daarna laat men zich gewoon vallen als een takje. Het krullen van de staart zal bij deze soort bij volwassenen minder zichtbaar zijn. Bij andere soorten is die krulling van de staart juist een blijvend onderdeel. De nimjes hebben het 'dood' liggen nog niet helemaal onder de knie. Als je ze b.v. met een blaadje opschept, zullen ze al snel weer gaan bewegen. Een volwassen tak kan dit juist uren vol houden. Het nimfje is heel kwetsbaar en zal met het zachte velletje langzaam gaan groeien. Op een bepaalt moment, is het velletje te krap en steviger en zal het nimfje een hoog punt pakken waar aan ze gaat hangen. Ze zal langzaam uit het velletje knappen en duurt het soms rustig tot een uur voordat het 'jasje' is ontdaan. Soms gaat het mis en blijft het huidje plakken. Als het dan niet tijdig wordt verwijderd, dan kan het aan het huidige lijfje vergroeien. Als een nimfje tijdens het vervellen wordt verstoord, of er gaat gewoon iets mis en ze vallen, dan kan aan het nieuwe velletje b.v. grond of zand blijven plakken. (wat er op de grond ligt) dit kan voor vervormingen en zelfs de dood zorgen. Ik heb zelf bij een nimfje waar het velletje na een paar dagen nog aan het achterlijf bleef plakken. Eerst heb ik in de bak extra gesproeid om de luchtvochtigheid te verhogen. Na een paar uur heb ik het nimfje gepakt. Dit door met een pincet het achterste deel van het oude oude huidje vast te pakken. Ik heb de voorpoten van het nimfje bij een roostertje gezet waar de weerhaakjes goed achter konden blijven haken en ben langzaam aan het velletje gaan trekken. Het velletje kwam goed los. Deze tak is inmiddels nu een van de grotere. Na een vervelling kan de maximale grote van het lijf rustig 1 á 3 cm groter worden ten opzichte van de vorige lengte. Dit wisselt per tak. Hieronder kun je goed het huidje zien na een vervelling. Deze huid is van een tak die al een paar keer is vervelt. Soms wordt de huid opgegeten door de wandelende tak. Dit heb ik laatst bij een kleinere goed kunnen bekijken.
Levensduur: Een wandelende tak is na ongeveer acht tot negen maanden en 6 á 7 vervellingen verder, volwassen. De volwassen vrouwtjes (nogmaals, mannetjes zijn zeldzaam) zijn dan te herkennen aan rode oksels bij de voorpoten. Op dat moment is een vrouwtje klaar om eieren te gaan leggen. Dit zijn er dus zo'n 2 tot 4 per dag en soms iets meer. Een volwassen wandelende tak kan dan nog tussen de 3 maanden á een jaar leven. Als je op dit moment je hobby voort wil zetten, zorg dan dat je minimaal genoeg eitjes achter houd om weer op te kweken. Dit kost dus tijd. Een volwassen wandelende tak heeft dus een maximale levensduur van 2 jaar. Iets om over na te denken wanneer je volwassen wandelende takken overneemt. Als de vorige eigenaar niet goed op de tijd heeft gelet, kan het dus zo zijn, dat je nog maar een paar maandjes plezier hebt.
Als je op de onderstaande foto kijkt, kun je als je goed kijkt, links een rode oksel te zien. (sommige mensen hebben moeite de wandelende tak te vinden) Als je naar de ondergrond kijkt, zie je ronde en langwerpige zwarte vlekjes. De rond/ovale zijn de eitjes en de langwerpige zijn uitwerpselen. Al het andere is nog schelpmateriaal wat er na de eerste keer zeven meteen uit is.
Deze wandelende tak is op 5-12-2017 overleden. De exacte leeftijd is onbekend, maar deze tak heeft op volwassen status (+/- acht maanden), nog een langere tijd bij de eerste eigenaar gewoond. Daarna nog drie maanden bij iemand anders en daarna vier bij mij.... Dat is zeker meer dan het geschatte minimum van acht+drie maanden